Agree to disagree

Het komt natuurlijk vaker voor dat je iemand interviewt en dat hij een mooi verhaal vertelt waar je het niet mee eens bent. Een mooi verhaal, is een mooi verhaal, zal een journalist zeggen. Maar zo mooi als het deze week ging, had ik het nog niet meegemaakt. Het was deze week natuurlijk de week van… jawel, Kees van der Staaij. De voorman van de landelijke Staatkundig Gereformeerde Partij wist alle regenboogvlaggen binnen 24 uur pardoes terug het straatbeeld in te toveren. Zebrapaden werden opnieuw in kleur bespoten, de mannelijke handen knepen elkaar nog wat steviger vast, kortom, van der Staaij wist wel hoe de ongelovige gemeenschap te verbroederen. Bijna hadden we hem op het schild gehesen; want de oplossing van de ontkerkelijking zit bij de gelovigen zelf! Het moet gezegd; de landelijke opinie zag er een paar dagen lang een beetje uit als een slagveld.

Dat de zaak al het andere nieuws naar de achtergrond verdrukte, daar kwam ik achter toen ik voor een ander nieuwsfeitje op Google News (ook voor al uw Nederlandse nieuws) terecht kwam. Alle pijlen op van der Staaij, schreeuwden de eerste berichtjes me toe. Maar deze schreeuwerige nieuwsberichten spraken vooral over dreigementen en verontwaardiging. Ze gaven geen enkele duiding van het nieuws. Toen wist ik het.

Themanummer: Liefde binnen de kerk

Afgelopen jaar had ik voor een themanummer over liefde in de krant een stuk mogen maken over liefde binnen de kerk. Ik sprak toen met, ik houd hem hier even anoniem, een ouderling met een serieuze bestuurdersbaan. Een man… dat had u kunnen raden! Ik ging dus op pad met het scherpst mogelijke onderwerp dat we hadden kunnen kiezen. Het was ook nog eens Roze Jaar in Gouda en de consternatie van een LHBT-dienst in de St. Janskerk was nog nauwelijks bedaard. Maar over het onderwerp van homofiele liefde binnen de kerk bleek de man uiterst genuanceerd te spreken. De bewuste kerkdienst was een stap over de rode lijn, zoals wel viel te verwachten, maar hij bleek het gesprek met homofiele kerkleden niet te schuwen. Nee, zelfs vond hij dat voor hen respect moest worden opgebracht, een standpunt waarmee hij me verbaasde. Ook op andere onderwerpen verraste mijn gesprekspartner me geregeld. Bijbelvast als een gereformeerd man betaamd, maar genuanceerd. Iemand die je aan het einde van een gesprek de hand schudt: we agree to disagree!

Ik wist het meteen: deze man moet ik mailen!

De mail

De chef de redactie was geïnteresseerd in de reactie die ik los zou krijgen. En ik werd niet teleurgesteld. Of zijn genuanceerde visie; ‘homofiele gevoelens van leden in de kerk moeten bespreekbaar zijn, dat zijn we aan deze mensen verplicht’, botste met het handvest van van der Staaij, vroeg ik me af?

Een mail van anderhalve pagina kwam retour, met een belichting van de discussie binnen de SGP gelederen, maar ook met zijn persoonlijke overtuiging. Hij was benieuwd wat ik ervan vond… De redactie was in zijn nopjes. ‘Homo zou niet langer een scheldwoord moeten zijn voor (christelijke) jeugd’; wat een bijdrage zou dit zijn aan het debat in christelijk Gouda! Zijn uitleg schepte duiding en kaders in het standpunt van de SGP en zou zo wat bij kunnen dragen aan de vorming van begrip, vonden wij. Dit in tegenstelling tot de demonstratie van drie koeien en een paardenkop die morgenochtend op het marktplein zou worden gehouden. Ik wist wel dat niemand anders in Gouda zoiets moois in handen had.

Maar toen volgde de uitdaging. Ik had de man vanuit het e-mailadres van de krant gemaild en zodanig ook ondertekend, maar hoe moest ik dit gepubliceerd krijgen?
Ik besloot op zijn vraag in te gaan, ook mijn mening ging op de mail, genuanceerd als ik kon, maar eerlijk aan mijn standpunt. Het venijn zat hem natuurlijk in de staart, want zou de SGP´er zijn bijdrage in het Goudse debat in durven slingeren via ons medium? Kon ik dat, na zijn uitgebreide, persoonlijke mail nog van hem vragen?

Geen respons…

En dus klom ik de volgende ochtend in de telefoon en trof hem op zijn werk. Hij had het overwogen te doen en er nog een nachtje over geslapen. Want hij zag de (zij het beperkte) waarde die hij zou kunnen leveren aan het debat, maar zei toch dubbel te staan in de manier waarop van der Staaij zijn actie had uitgevoerd. De strekking was voor hem juist, maar de methode vond hij een beetje amateuristisch, die wilde hij dus niet verdedigen. We bedankten elkaar en sloten het gesprek goed af.

Toen ik een uur later naar het hippe verzamelgebouw van de bibliotheek fietste wapperde de regenboogvlag trots voor het gebouw. Niemand wist waar ik zo uitbundig om glimlachte.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *