Hambacher forst versus de bruinkoolmijn

2 september – Hambacher Forst
Het voelt onwerkelijk wanneer ik weer op de fiets stap en langzaam het tiental politiebusjes achter me laat. Over een lege tweebaansweg gaat het, links van me de mijnbouwput van RWE, voor me het bos, waar de oude toegangsweg in verdwijnt. Een rij betonblokken blokkeert de rechter rijstrook, ‘FUCK RWE’ erop gekalkt. Ik fiets langs het omstreden bos en zie intussen nog twee polizei-busjes op me afkomen. Nee, het was geen doorsnee boswandeling waarvoor ik afgelopen zondag op pad ging.

Ik ging namelijk op bezoek bij het meest omstreden stukje groen van Duitsland, het Hambacher Forst. Vooral om me een beeld te vormen van de strijd die daar gestreden wordt. Je moet begrijpen, de weg waar ik overheen fiets liep vroeger naar een dorp: Etzweiler. Toen RWE in 1978 toestemming kreeg om naar bruinkool te graven, begon men op de makkelijkste plek. Bewoners mochten nog blijven, tot in 1989 het doek viel voor Lich Steinstrass en in 2005 voor Etzweiler en Tanneck. Het Hambacher bos was destijds 5000Ha groot en werd met de jaren kleiner en kleiner, tot er anno 2012 nog maar 1000Ha overeind stond. Dat was het moment waarop een paar van de actievoerders een rondleiding kregen in het bos (natuurgids Michael Zobel geeft nog altijd maandelijks rondleidingen, wees er snel bij, zolang het bos strekt). Ze wisten gelijk, het unieke bos moest gespaard: Hambi Bleibt! Er is sindsdien veel gebeurd: er is bos gekapt, er zijn rechtszaken gevoerd en er zijn talloze sabotage-acties uitgevoerd in en rond de bruinkoolmijn. Eind 2017 vernietigde de rechter de vergunning die kap toestond, maar slechts voor een half jaar. RWE zette zijn zinnen op de herfst van 2018 en deze keer is de vergunning wel rond. Intussen is het september en loopt de spanning op. Gevolgd door een aantal paar ogen uit twee politiebusjes laat ik mijn fiets achter (die wordt in elk geval niet gestolen) en stap het bos in.

Achtung: Sie erlassen die gewaltvollen sektor

Ontmoeting met wilden

De versperring bij het bospad zegt me dat ik hier goed ben. Voorzichtig wandel ik naar beneden, versperring na versperring. Tot achter de eerste beste beuk een man vandaan stapt; onherkenbaar gekleed, ik schat eind 20 en gewikkeld in stof waar alleen een paar dreads tussendoor piepen. Het voelt niet bepaald als een warm welkom. Wanneer ik me voorstel merk ik dat hij handschoenen aanheeft, van die onhandige grote tuiniersdingen; wat is hij van plan? Misschien een politie-inval weerstaan, zoals die afgelopen dagen werden gemeld op de blog van Hambacher Forst? Ergens doet de ontmoeting me een beetje denken aan de ervaringen van kolonisten, en hun ‘ontmoeting met wilden’.
Nog verwonderd dat ik zo gemakkelijk langs de politie ben gekomen stuurt de man me het bospad af, rechtdoor tot het kampement. Dus, hier loop ik dan, in mijn eentje, in een buitenlands bos vol actievoerders. Het zonnetje doet erg zijn best boven de boomtoppen maar erg warm is het nog niet. Ze zorgt wel voor schitterend licht in het bos en laat me een verscheidenheid aan begroeiing zien. Niet zomaar het eerste beste productiebosje in Flevoland, denk ik. Minstens zo mooi als wat ik ken van de Veluwe en waarschijnlijk mooier. Behalve dan dat om de 15 meter een blokkade op het pad ligt. Alles wat de actievoerders hebben kunnen aanslepen ligt er, van koelkasten en banden tot fietsen en takken. Samen met de sleuven in de weg moeten zij voorkomen dat de politie en RWE net als eerder met auto’s het bos kunnen binnenvallen.

Links van me beweegt wat, ik hoor stemmen. Zie slingers in bomen, tenten op de grond, van alles eigenlijk. Dit moet het zijn!

Kamp Gallien

Zondagmorgen 10 uur, in kamp Gallien is het nog stil. Ik zie alleen twee tieners met elkaar staan praten; ‘wij zijn er pas sinds gisteren’, zegt er een in een hoodie trui enthousiast. Een derde haakt aan, een jaar of 22 schat ik. Hij legt uit dat er talloze kampementen zijn in het bos, de ene nog groter dan de ander. Dat het bos al sinds 2012 wordt bezet komt voor mij als een verrassing; het verzet is schijnbaar succesvol.

Ik zeg wat rond te neuzen met de camera (geen mensen fotograferen a.u.b!). De boomhutten van het kamp maken indruk. Op wel 10 tot 15 meter hoogte zijn de mooiste houten bouwwerken in elkaar gezet, alle verschillend, sommige zelfs verbonden via touwladders. Kom je bij de ene hut veilig boven via een zelfgebouwde trap, bij de ander moet je klimmen op eigen risico. Ongevallen onbekend! Overal door het kamp staan morele leuzen tegen RWE en kapitalismus (en voor schone energie en vegetarisme). Het kamp wordt intussen langzaam wakker en om me heen groet ik af en toe een activist, vaak gehuld in dreads, hoodies en hier en daar een pofbroek. Ondanks dat ik open en bloot met mijn camera door het kamp stap stelt niemand vragen. Ik werp samen met de tiener een blik op de kaart bij de hoofdboomhut waar alle kampementen op staan. Op aanraden ga ik op zoek naar Meadow, het kamp met de mooiste boomhutten. En zo begint mijn boswandeling.

Boswandeling

Ergens een gewone boswandeling. Het zonnetje schijnt, hier en daar zie ik een vogel, twee mensen komen me tegemoet lopen met hun hond. En toch voelt het anders, want overal om me heen zie ik rommel, alsof het bos is verworden tot een dumpplaats. Is dit hoe je een bos verdedigt?

Ik heb geen idee waar Meadow is, maar heb niet eeuwig de tijd, dus ik sla rechtsaf en loop naar de winput toe. Aan de bosrand ligt weer een kamp, een groepje actievoerders zit er rond een vuurtje te praten. Het licht gloort bij de bosrand, ik moet even over de rand kijken. Zo gauw ik een voet over de wal zet die de grens markeert krijgen bewakers van RWE me in het oog. Ik heb het al eerder gemerkt, het bedrijf is zeer alert op indringers. Vermoedelijk vanwege de regelmatige sabotage-acties, zoals die keer vorig jaar waarop activisten zich wisten vast te ketenen aan de mijnbouwmachines. De mijn lag urenlang stil, de actie haalde het Nederlandse journaal en de landelijke kranten. Overal waar ik deze dagen in de buurt van de winput kom volgen vier paar ogen me vanuit de pick-up. Terug het bos in dus…

Tijdens mijn wandeling terug denk ik na over de inzet van de demonstranten. Over dat het lastig is om te werken als je fulltime een bos bezet moet houden. Over de vraag hoeveel draagvlak er onder gewone Duitsers eigenlijk is voor de bezetting. Maar ook over de reden waarom het groen zo zwaar bevochten wordt.

Atomausstieg; der politiek

De eerste reden noemde ik al even: het bos is 12.000 jaar oud en uniek in zijn soort (zie de link onderaan van National Geographic). In Nederland hebben we vermoedelijk geen bos dat ecologisch zo divers en waardevol is als deze. Een Duitse ecoloog gaf desgevraagd aan dat er zo’n 150 bedreigde diersoorten huizen. Het gekke is dat een bos als deze normaal allang beschermd was geweest. Het valt namelijk onder de Europese Flora- en Faunawet. Alleen was die wet nog niet actief toen RWE het bos aankocht en wurmen ze zich zo onder de verplichtingen uit.

Er is nog een belangrijke reden, waarmee het bedrijf een bron van woede aanboort, want; waarom moet anno 2018 nog worden geïnvesteerd in bruinkool? Wel, omdat de regering Merkel in 2011 besloot tot het uitfaseren van nucleaire centrales, de zogenaamde Atomausstieg. De bedoeling is dat in 2022 de laatste kerncentrale sluit. Direct gevolg hiervan is dat niet alleen omstreden bruinkoolcentrales langer open moeten blijven, maar dat zelfs nieuwe centrales moeten worden geopend. En dan zijn er nog de matige cijfers: bruinkool levert maar 40 tot 70% op van het rendement van zwarte kolen. Een blik op de horizon in omgeving Duren laat milieubewuste mensen trouwens ook niet onbetuigd. Meerdere megacentrales wekken er voor 10 000MW energie per jaar op. Ze zijn verantwoordelijk voor 40% van de stroom in Nordrhein Westfalen en kunnen simpelweg niet worden gemist. En dus staat er politieke druk op dit project en niet zo’n beetje ook.

Dat de spanning stijgt is overal merkbaar. Ik werd eerst uitgebreid nagetrokken voor ik het gebied in mocht. Mijn tassen werden nog net niet op z’n kop gehouden (bij de toiletspullen droop de beste man af). Al snel werd me duidelijk hoe de politie zich zo voorbereid op een komende krachtmeting. Wapens zouden het spel wezenlijk kunnen veranderen, die moeten kosten wat het kost buiten blijven. Bovendien hebben de bezetters eten en drinken nodig, wat met controles naar believen kan worden afgeknepen. De agent die ik sprak stond er sinds drie weken. Afgelopen week nog deed de politie invallen die, volgens de Aachener Zeitung nogal gewelddadig waren. De politie zou zijn aangevallen toen ze het bos in gingen. Het verbaast me niet, het bos wordt verdedigd door een harde kern van actievoerders. En hun successen uit het verleden bieden op zijn minst inspiratie voor de toekomst.

Stemmen

Onderweg het bos uit kom ik nog een aantal jongens tegen. Ze timmeren aan een nieuw onderkomen (niet fotograferen hoor!) en zijn van afstand hoorbaar. Ik kies de snelste route terug naar de fiets. Voor ik het bos uitstap hoor ik nog eenmaal stemmen. Ik kijk om me heen en zie niemand, tot ik me realiseer: it’s up stupid! Zo’n 10 meter boven mijn hoofd zit een groepje te kletsen, zich onbewust van hun bezoeker. Nog 28 dagen, het zal voor de politie nog een flinke dobber worden om deze mensen uit het bos weg te krijgen. De krachtmeting is begonnen, de vraag is; hoe ver durft de staat te gaan?

 

Natuurgids Michael Zobel geeft voor zover mogelijk iedere maand een natuurrondleiding in het bos, om mensen van de waarde te doordringen. Ook deze zondagmorgen blijkt er een rondleiding te zijn, de politie is present. De Hambach dagbouwmijn is de grootste van Duitsland.

Meer informatie over de natuurwaarde:
https://www.nationalgeographic.nl/milieu/2018/04/eeuwenoud-duits-bos-moet-wijken-voor-bruinkool
Meer info en de dagelijkse stand van zaken bij de actievoerders op hun blog: Hambacherforst.org

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *